50 tinten groen! Amsterdam daagt u uit

We hádden al 50 tinten grijs. En nu willen we ook 50 tinten groen! Groen, groener, groenst. Hoe dan? Nou, wat grijs is, kun je groen máken. Dus: heeft u geen platte tuin? Dan maakt u een verticale tuin. Te veel tegels? Haal ze eruit en zet er planten in. En wist u al dat Amsterdam (en de wereld) een diersoort rijker is? Het is de Aphaereta vondelparkensis. 2 milimeter groot, of zeg maar: klein. Onderaan dit artikel geven wij u ook 10 tips om sappig te vergroenen. Veel leesplezier en leve de Amsterdamse aarde.

Horizontaal of verticaal groen, het maakt niet uit. Groene gevels zijn ook natuur. Uw balkon is óók natuur. Tegel uit die tuin, en een plant erin: natuur. Een nestkastje? Ook natuur. Een groen dak. Hartstikke natuur. Amsterdammer, u bent degene die - samen met ons - de stad groener kan maken. Een stad met veel soorten groen en veel dieren, is een stad in balans.

Ontspannen mensen zijn aardiger

Groen is goed. Goed voor wat? Ten eerste: voor uzelf. Ieder mens - ja, ook u - komt oorspronkelijk uit de natuur. Groen voelt dus vertrouwd en als ‘vroeger’, toen het leven wellicht nog minder stressvol was. Groen en natuur kalmeert en maakt blij. Op groen gras kunt u ook picknicken, en dus ontspannen. En ontspannen mensen zijn aardiger en verdraagzamer. In bomen kwetteren vogeltjes. Dat klinkt aangenaam en maakt het leven mooi. Als de natuur het goed doet, dan worden rupsen vlinders, doen de bloemetjes en de bijtjes wat ze moeten doen, en komt de gierzwaluw elk jaar weer terug. En daar woont u dan maar mooi tussen.

Veel sóórten groen

Groen is ook goed voor de héle stad. Groen zuivert het water, levert zuurstof, verkoelt in hete zomers, absorbeert regen en fleurt een stad op. Het is ook belangrijk dat er veel soorten groen zijn. Bomen, gras, struiken, kruiden, bloemen en planten (op het land en in het water). Heb je veel soorten groen, dan heb je ook veel soorten dieren. Want ieder dier kiest weer voor een ander plekje om tijdelijk of voor altijd te wonen. Zo wonen er in Amsterdam ijsvogels, vleermuizen, ringslangen, konijnen, kikkers, egels, eenden, uilen, (wilde) bijen, eekhoorns, gierzwaluwen, kreeften, vossen, en mezen. Dat houden we graag zo. Hoe meer diersoorten, hoe beter.

Amsterdam scoort

Als bepaalde planten of dieren verdwijnen, gaat een compleet ecosysteem eraan. Daarom doet Amsterdam aan ecologisch groenbeheer. In de praktijk komt dat neer op: zo min mogelijk maaien, nauwelijks pesticiden, en álles wat er groeit, bloeit en leeft aan bloemen, planten, beestjes en bomen helpen met (over)leven. Ecologisch groenbeheer bevordert biodiversiteit. Een stad vol met dieren, is een stad in balans. Want mezen eten eikenprocessierupsen, gierzwaluwen eten muggen en uilen eten muizen. Om maar wat te noemen. Het is de cirkel van het leven. Maar let op: balans is van groot belang. Want uit balans betekent: plagen. Veel soorten groen, maakt dat er veel soorten dieren kunnen leven. We hebben geteld: naar schatting leven in onze stad zo’n 10.000 soorten wilde dieren en planten. Dat is maar liefst één vierde van de in totaal 40.000 soorten dieren en planten in heel Nederland. Een goede score voor een stad. Sterker nog: recent kwam er nog eentje bij!

Welkom Aphaereta vondelparkensis

Inderdaad. Amsterdam (en de wereld) is een diersoort rijker. Hoe dit zo kwam? In 2019 was er een team citizen scientists en biologen van Taxon Expeditions op expeditie in het… Vondelpark. En daar ontdekten zij in onze ecologisch beheerde Koeienweide een nieuw soort sluipwesp. De onderzoekers troffen hem aan in een open jampotje met rottend vlees. Dat potje hadden ze ingegraven om aaskevers te vangen. Dat deze soort nog niet eerder is ontdekt in het drukst bezochte park van de stad, ligt niet aan u. Hij (of zij) is maar 2 millimeter groot. En mensen doen doorgaans andere dingen in het park, dan loeren in potjes met rottend vlees, nietwaar. 2 millimeter, dus. Maar formaat zegt niks, want een sluipwesp weet van wanten. De wesp legt eitjes in de larven van bromvliegen. Die sluipwesplarven eten vervolgens de vliegenlarven van binnenuit op. Eet smakelijk. Sinds kort heeft het nieuwe sluipwespje een naam: Aphaereta vondelparkensis.

10 tips!

Wij willen graag dat er meer groen komt in de stad. lekker sappig en gezond groen. We hopen dat u dat ook wilt. Lees hier onze 10 tips:

  • Heeft u een tuin? Zet deze dan vooral vol met veel verschillende soorten planten. Heeft u géén tuin, zet uw balkon vol met potten groen.
  • Geen balkon? Misschien is een gezamenlijk groen dak iets?
  • Geen dak? Denk dan aan groene gevels vol klimplanten.
  • Teveel tegels in uw tuin? U kunt ze verwijderen om groen te planten. De tegels kunt u zelf wegbrengen naar een Afvalpunt. U kunt ze ook gebruiken voor een stapelmuur in uw tuin, een goede plek voor kleine dieren.
  • Gebruik geen gif en pesticiden om mieren en bladluizen te bestrijden, maar koop bijvoorbeeld een onsje lieveheersbeestjes. Zij zullen smullen!
  • Gebruik gifvrij anti-vlooienmiddel voor de hond en de kat. De giftige varianten komen in mezennestjes terecht, waar de jonge meesjes aan bezwijken.
  • Koop biologische gifvrij gekweekte planten en bollen, zodat bijen niet bezwijken.
  • U kunt gemeentelijke subsidie krijgen voor een groene gevel, een geveltuin of een groen dak. Geen eigenaar? Dan heeft u voor de vergroening aan of rondom uw pand goedkeuring nodig van de vastgoedeigenaar.

  • Gaat u bouwen of verbouwen? Maak uw woning/gebouw natuurinclusief.
  • U kunt ook (eventueel samen met uw buren) uw buurt vergroenen.

Meer lezen

Meer lezen over wat Amsterdam allemaal doet met groen? Zie: