De originele elementen zijn weer zichtbaar gemaakt en de kozijnen krijgen weer hun oorspronkelijke vorm uit de jaren '60. Daarnaast wordt het pand volledig geïsoleerd. In de ramen zit nu dubbel glas en op het dak komt naast mos en sedum, 144 zonnepanelen. Het gebouw zal aardgasvrij worden: er wordt een warmtepomp geplaatst in de berging op het speelplein. Deze maatregelen zorgen voor een duurzaam en laag energieverbruik met energielabel A.

Rainproof speelplein

Het speelplein wordt rainproof gemaakt. Dit betekent dat er bomen en planten staan en er zo min mogelijk stoeptegels liggen. Het regenwater loopt dan langzaam weg de bodem in. De hemelwaterafvoer van het dak gaat niet het riool in, maar de tuin in. Dit zorgt voor minder druk op de riolering tijdens heftige regenbuien en ontlast de zuiveringsinstallaties van Amsterdam doordat ze minder water te verwerken krijgen.

Duurzame panden, duurzame stad

Goed geïsoleerde panden verbruiken minder energie en zijn prettiger om in te verblijven. Daken vol zonnepanelen leveren schone energie op. Meer groen op en om panden vangt regen op en verkoelt de omgeving. Tijdens groot onderhoud verduurzaamt de gemeente daarom direct haar eigen gebouwen. Waar dat kan halen we gebouwen van het aardgas af en we hergebruiken materialen.

‘Paviljoens’ in het groen

In 1968 werd nog niet gedacht aan zonnepanelen en rainproof speelpleinen. De architecten A.E. Evers en G.J.M. Sarlemijn ontwierpen 6 scholen voor Amsterdam-Noord. Deze schooltjes moesten beschut in het groen liggen zonder lawaaioverlast van de hoofdwegen. Ze kregen met de éénlaagse opzet een paviljoenachtig uiterlijk. Uiteindelijk zijn er 4 gerealiseerd. Rond 1990 werden 3 van de 4 kleuterschooltjes door de gemeente verbouwd tot dienstencentrum, waarbij het interieur ingrijpend werd gewijzigd. Alleen van Mariëndaal 13, dat een onderwijsfunctie bleef houden, is het interieur nog redelijk gaaf bewaard. Op de website van Monumenten & Archeologie lees je meer over de geschiedenis van dit gebouw.