Riothermie voor duurzame verwarming in Amsterdam-Noord

Woonstichting Lieven de Key, Firan (netwerkbedrijf voor warmteleidingen) en Waternet (beheerder van drinkwater en rioolwater) werken samen uit hoe 871 woningen in Amsterdam Noord van aardgas over kunnen stappen op warmte vanuit het riool. Dit wordt ‘riothermie’ genoemd. Riothermie kan voor een grote CO2-besparing zorgen en helpen bij de klimaatdoelstellingen.

Het onderzoek richt zich op vijf woongebouwen in Buikslotermeer-Noord, aan de H. Cleyndertweg. Twee gebouwen zijn in eigendom van Lieven de Key, drie gebouwen kennen een verdeeld eigendom met Verenigingen van Eigenaren (VvE). Fase 1 richt zich alleen op de gebouwen van Lieven de Key. Er is een potentie om meer dan 1.500 woningen in de buurt met riothermie te verwarmen.

Zo werkt riothermie

Nabij de woongebouwen ligt een groot riool van Waternet. Het water in het riool is warmer dan de omgeving, van circa 13 °C in de winter tot 25 °C in de zomer. De warmte uit de rioolbuis kan worden gewonnen door een warmtewisselaar aan te brengen. Om de warmte naar de gebouwen te vervoeren wordt door Firan een bronnet aangelegd. Dat is een lage temperatuur warmtenet. In elk gebouw komt een centrale warmtepomp te staan. Deze zorgt ervoor dat met weinig extra energie het water warm genoeg wordt gemaakt voor verwarming en warm water in de woningen. Hiervoor worden ongeveer 3 delen energie uit het riool en 1 deel elektriciteit gebruikt. Aanvankelijk (voor de 871 woningen) is er nog geen warmte-koude opslag (WKO) nodig. Er is het hele jaar voldoende warmte in het riool aanwezig en er wordt gewerkt met warmtepompen die met een hele lage retourtemperatuur werken. Hierdoor kan er veel vermogen uit het riool worden gewonnen. Om meer woningen in de omgeving van warmte te kunnen voorzien is de toevoeging van een WKO nodig.

Riothermie in haalbaar en betaalbaar

Het systeem van riothermie is voldoende uitgewerkt om te kunnen concluderen dat het haalbaar is. Er worden bewezen technieken gebruikt (rioolwarmtewisselaar, bronnet, warmtepompen), echter wel op een schaal die voor Nederland uniek is. Er is vrij veel ruimte nodig in de gebouwen om de warmtepompen te kunnen plaatsen. Het is maatwerk om die ruimte te vinden, bijvoorbeeld door een aanpassing van de fietsenstalling of een kleine uitbouw.

Voor de huurders van Lieven de Key blijven de kosten voor de verwarming op basis van riothermie gelijk aan wat er nu wordt betaald voor verwarming op basis van aardgas. Voor deze vergelijking worden niet de huidige zeer hoge prijzen voor aardgas gebruikt, maar die van het langjarig gascontract van Lieven de Key. Lieven de Key gaat de gebouwen niet alleen verwarmen op basis van warmtepompen en riothermie, maar ook de isolatie van de gebouwen verbeteren. Hierdoor zal de energierekening van de huurders dalen, er wordt dan immers minder energie verbruikt. Voor de huurders is het dan ook een aantrekkelijke overstap. Het betekent wel flinke investeringen voor Lieven de Key. Er moet een bijdrage aansluitkosten (BAK) worden betaald voor het systeem van riothermie en kosten worden gemaakt voor warmtepompen, gebouwaanpassingen en isolatie en ventilatie. Om dit haalbaar te maken wordt er een subsidie-aanvraag gedaan bij het Klimaatfonds van gemeente Amsterdam. De gemeente heeft voor een deel van de onderzoekskosten reeds een subsidie verleend.

Stappen voor definitieve besluiten

Er zijn nog enkele stappen nodig om definitieve besluiten te kunnen nemen. Lieven de Key werkt het aanbod aan haar huurders uit en legt dit aan hen voor. Minimaal 70% van de huurders moet instemmen met het voorstel. De gemeenteraad wordt gevraagd een besluit te nemen over de subsidie van een deel van de kosten van Lieven de Key. Om Waternet in staat te stellen de rioolwarmtewisselaar te realiseren en exploiteren is ook een besluit van de gemeenteraad nodig. De stukken hiervoor worden opgesteld. De te sluiten contracten tussen de verschillende partijen worden uitgewerkt. In een tijd van sterke prijsstijgingen en tekorten aan mensen en materiaal is niet goed te voorspellen of de kosten binnen de ramingen vallen. De planning is er op gericht om eind 2022 / begin 2023 duidelijkheid te hebben.