100.000 bedrijven restafvalvrij in 2025

De circulaire economie wordt het nieuwe normaal. En data zijn de zuurstof van dat nieuwe normaal. In de Metropool Amsterdam werken tal van organisaties al hard aan circulaire initiatieven waarbij data een belangrijke rol speelt. Zo ook een nieuw platform, dat bedrijven helpt bij duurzame afvalscheiding en -inzameling. ‘Wij willen de weeffouten uit het systeem halen.’

Met fijnmazige logistiek afvalstromen gescheiden inzamelen

Echt eigentijds is de huidige afvaldienstverlening voor bedrijven niet. Grote wagens rijden op door hen bepaalde tijdstippen door onze straten. Het merendeel van het afval wordt verbrand. En los van papier en glas is het vrij ingewikkeld om aparte afvalstromen in te zamelen en op te laten halen. ‘Ik viel van de ene in de andere verbazing toen ik me in deze wereld ging verdiepen’, vertelt Jorn Eiting van Liempt, eigenaar van Seenons. ‘“Hier moet iets veranderen”, dacht ik. Ooit was afvalverbranding misschien een goed alternatief, nu kunnen we echt beter.’

In 2050 volledig circulair

Samen met Joost Kamermans startte Eiting van Liempt in september 2019 Seenons, een bedrijf dat wil bijdragen aan de circulaire economie door de afvaldienstverlening te verbeteren. Ze ontmoetten elkaar in de Amsterdamse startup-gemeenschap. Kamermans: ‘Als we in 2050 100 procent circulair willen zijn, dan moeten we iets doen, zo dachten we. We moeten ervoor zorgen dat onze grondstoffen straks eindeloos kunnen rondgaan in ons systeem. Dus daar proberen we aan bij te dragen. Het is onze ambitie dat er in 2025 100.000 bedrijven restafvalvrij zijn.’

Afvalstromen managen

Seenons helpt bedrijven om afvalstromen gescheiden in te zamelen. Het is een digitaal platform waarop bedrijven hun eigen afval kunnen managen. Ze krijgen inzicht in hun stromen en de waarde ervan, ze kiezen welke stromen zij apart willen laten ophalen en betalen daarvoor. Seenons regelt vervolgens de logistiek. Soms nemen pakketbezorgers de gescheiden afvalstromen mee, soms wordt het afval door een elektrische bakfiets opgehaald of door een traditionele afvaldienstverlener. Zelf heeft Seenons ‘geen wielen’, legt Eiting van Liempt uit. ‘Wij verbinden partijen aan elkaar: zo werken we met pakketbezorgers, maar ook met de sociale dienst: mensen die voor de plantsoenendienst door de stad rijden halen soms ook bij bedrijven reststromen op.’

Lean-startupmethode

Hun bedrijf is naar eigen zeggen de ontbrekende schakel tussen de data en de daadwerkelijke uitvoering. Kamermans: ‘Wij zagen dat veel startups in de circulaire economie zich vooral richten op data, op het in kaart brengen van afvalstromen. Maar daarmee breng je nog geen sinaasappelschillen van Schiphol naar Brabant. Vandaar dat wij ons ook zijn gaan focussen op de logistiek.’

Kamermans en Eiting van Liempt werken volgens de lean-startupmethode. Kamermans: ‘We hebben dus eerst de markt gescand en veel mensen gesproken over hun afvaluitdagingen. Op basis daarvan bedachten we dit platform en gingen we op zoek naar klanten. Binnen no-time hadden we vijftig aanmeldingen: van restaurants tot voetbalverenigingen en een infrastructuurbedrijf. Toen moesten we aan de bak en zijn we het product gaan bouwen.’

Pulp en koffiedrab

Zo’n 150 organisaties maken nu gebruik van Seenons. Bij het ene bedrijf zorgt Seenons ervoor dat alleen de koffiedrab wordt opgehaald, bij het andere bedrijf zijn het sinaasappelschillen — daar zit waardevolle olie in — en bij weer een ander bedrijf zijn het vooral elektronische apparaten.

Eiting van Liempt: ‘Bedrijven denken er vaak heel moeilijk over, maar het is gewoon een kwestie van beginnen. Je begint met een of twee stromen gescheiden inzamelen en breidt dat langzaam uit. Kijk naar Yoghurt Barn, een klant van ons: zij hebben binnen twee weken hun restafval met 82 procent kunnen verminderen. Zelfs de kiwischillen die overblijven na het maken van fruitshakes zijn nog bruikbaar: deze zamelen we gescheiden in om er siroop van te maken, wat Yoghurt Barn weer kan verkopen in hun winkel.’

KNVB en mayonaise-emmers

In samenwerking met de KNVB helpt Seenons ook voetbalclubs. Daar worden blik en petflesjes apart ingezameld, wat die clubs geld oplevert. Ook deed Seenons een geslaagde pilot met Dijkstra Plastics, het bedrijf dat de emmers voor sauzen van Remia produceert. Daarbij haalden pakketbezorgers bij snackbars lege mayonaise-emmers op. ‘Wij zagen in onze data van snackbars dat deze emmers met het restafval meegingen en hebben toen contact gezocht met Dijkstra Plastics’, zegt Kamermans. ‘De pilot liet zien dat je die emmers gescheiden kunt ophalen, maar dat het tegelijkertijd ook complex is om zo’n systeem te veranderen. Je kunt die emmers bijvoorbeeld niet zomaar opnieuw gebruiken voor saus, daar zijn allerlei regels voor. Als tussenoplossing gaat Dijkstra deze emmers nu verwerken tot verfemmers.’

Wetten in de weg

Hoewel ze dus een voorspoedige start kennen, zijn er ook uitdagingen. Vooral de huidige regelgeving ervaren de ondernemers als een belemmering. Bijvoorbeeld dat het in veel gevallen nog goedkoper is om bepaalde stromen met het restafval weg te gooien. En dat er geen financiële prikkel is die het gebruik van gerecyclede materialen interessanter maakt dan het gebruiken van virgin-materialen.

En dan is er natuurlijk ook nog de coronacrisis. Horeca en sportverenigingen waren de grootste klantgroep van Seenons, maar hun activiteiten liggen nu grotendeels stil. Gelukkig hebben zich andere grote partijen gemeld: reguliere klanten, maar ook financiële instellingen. Die hebben interesse in de datagedreven afvalprofielen die Seenons opstelt. Kamermans: ‘Bedrijven die een lening nodig hebben kunnen met dat profiel hun duurzaamheidsambities aantonen. Dat is voor die dienstverleners waardevolle informatie en voor ons een interessante nieuwe markt die we aan het ontdekken zijn. Dankzij de data.’

Tip voor andere bedrijven

Om hun ambities waar te maken zijn Kamermans en Eiting van Liempt op zoek naar een investeerder die hen kan helpen om door te pakken. Hun tip aan andere bedrijven die circulaire businessplannen hebben? ‘Vraag je altijd af of je idee ook zou aanslaan als duurzaamheid geen rol zou spelen. Natuurlijk, voor potentiële klanten is circulariteit interessant: maar je moet er ook voor zorgen dat je iets aanbiedt dat tegelijkertijd ook beter, eenvoudiger en/of goedkoper is dan iets dat al bestaat.’

Dit artikel is een initiatief van Hogeschool van Amsterdam | Gemeente Amsterdam | Amsterdam Economic Board | Amsterdam Smart City | Metabolic en AMS Institute. In de taskforce Communication Alliance for a Circular Region (CACR) willen de partijen de circulaire economie in de Metropoolregio Amsterdam versnellen met praktische verhalen voor en over ondernemers en bedrijven. We nodigen iedereen uit mee te doen met de discussie op amsterdamsmartcity.com