Wat is een spin?

Het lichaam van een spin bestaat uit twee delen; het kopborststuk waar de poten aan vast zitten en het achterlijf. Aan de voor- en zijkant van de kop staan meestal acht (soms zes) ogen. Ook hebben ze twee tasters en twee grote, sterke kaken met puntige gifklauwen. Die klauwen zijn verbonden met de gifklieren. Achterop het lijf zit de spintepel. Het spinrag komt hieruit.

Spinnen hebben een uitwendig skelet met erover heen een huid die een aantal keer verveld. Een spin heeft acht poten.
Spinnen lopen veel op hun acht poten, maar ze gaan ook zwevend aan de door hen geweven “herfstdraden”. Zo kunnen vooral jonge spinnetjes zich tientallen meters door de lucht verplaatsen.

Nimfen zijn jonge spinnen

Spinnen leggen eitjes die in een speciaal gemaakte nestkamer liggen of die het vrouwtje met zich meedraagt. Spinnen zorgen goed voor hun jonkies die we nimfen noemen.
Sommige soorten bewaken hun kroost wel erg goed, ze verstoppen hen onder de grond. Als deze spinnetjes groot genoeg zijn om uit hun holletje te komen is hun moeder zo verzwakt dat de jonkies haar sappen leegzuigen en ze sterft. Het toppunt van moederliefde.
De Nederlandse spinnensoorten worden ongeveer een jaar oud. Enkele soorten overwinteren en sterven in de herfst.

Het nut van de spin

Spinnen zijn ontzettend nuttige dieren. Ze vangen en eten vaak schadelijke en hinderlijke insecten zoals muggen en vliegen, maar ook grotere insecten als sprinkhanen, kevers en wespen. Een spin in huis zou zelfs geluk brengen!

Een spin is een passieve jager: De jager spint een web en wacht tot de prooi erin vliegt. Dan rent hij over het web naar zijn prooi en grijpt zijn prooi met de puntige gifklauwen. De prooi verlamt en de spin pakt hem helemaal in. Dit gebeurt met spinsel dat niet plakt anders zou de spin zelf aan de prooi vastplakken. De ingepakte prooi bewaart de spin soms. Zo heeft hij een hapje voor later.

Wie veel spinnen in zijn tuin telt, heeft ook veel insecten in de tuin.

De uitslag in Nederland

In Nederland komen ongeveer 700 verschillende soorten spinnen voor. Slechts 31 hiervan zijn waargenomen tijdens de spinnentelling.

1	Kruisspin	2320
2	Grote trilspin	594
3	Venstersectorspin	409
4	Herfsthangmatspin	360
5	Spin onbekend	317
6	Gewone strekspin	251
7	Schorsmarpissa	250
8	Gewone huisspin	220
9	Muurkaardespin	148
10	Herfstspin	112
11	Tuinwolfspin	106
12	Lentehangmatspin	86
13	Tuinrenspin	83
14	Brugspin	79
15	Platte wielwebspin	60
16	Gewone doolhofspin	60
17	Gewone staartspin	56
18	Huiszebraspin	53
19	Grote steatoda	49
20	Muurzesoog	39
21	Kerkzesoog	38
22	Kraamwebspin	37
23	Koffieboonspin	30
24	Groen kaardertje	29
25	Broeikasspin	24
26	Getijgerde lijmspuiter	20
27	Wespspin	15
28	Gewone tandkaak	12
29	Gewone kameleonspin	9
30	Valse wolfspin	7
31	Boomzesoog	7

Wil jij ook meetellen om de Nederlandse populaties in de gaten te houden? Kijk dan op de pagina van tuintellingen.