De herfst is het seizoen om te planten. De aarde is in dit jaargetijde nog "warm" want het heeft nog niet gevroren. En omdat het veel regent is de grond nat. Daardoor kunnen de wortels van je planten zich lekker nestelen in de grond.
Omdat de aarde van je geveltuin vaak wat armer aan voedingsstoffen is dan de gewone tuin, is het verstandig een beetje potgrond te vermengen met de aarde waar je je plant in gaat zetten. In potgrond zit namelijk ook voeding.

De bijen en vlinders in Amsterdam

Het is misschien niet helemaal het seizoen om het over insecten te hebben. Toch kun je door nu bepaalde planten in je tuin te zetten de bijen en vlinders helpen. Kies in je tuin voor inheemse planten die nectar en stuifmeel geven. Dat is voedsel. Hieronder een overzicht van de inheemse soorten die je kan aanplanten om de bijen en vlinders te helpen.

Zonnige plekken - plekken met ongeveer 6 uur per dag zon

Herfstasters, bruidsluier, hemelsleutel, duizendknoop - pas op dat je geen japanse duizendknoop in je geveltuin zet !! - grijs kattenkruid, kleine bergsteentijm, meisjesogen, lavendel, rode zonnehoed, stokroos, wit vetkruid, zonneogen, wilde marjolein, koninginnekruid, koeienoog, muskuskaasjeskruid, venkel, duizendblad.

Lichte schaduwplekken - plekken met ongeveer 4 uur per dag zon

Ooievaarsbek, maarts viooltje, prachtklokje, brandkruid, slanke sleutelbloem, smeerwortel, late guldenroede, gevlekt longkruid.

Er zitten ook soorten bij zoals de stokroos en die eigenlijk niet vast zijn. Deze mooie bloemen planten zichzelf uit door hun zaden vlakbij de moederplant te laten vallen. Naast nectarplanten hebben de rupsen van vlinders weer andere planten nodig. Hier kan je kool, koolzaad, oost indische kers en allerlei klaversoorten voor planten.

Nu de blaadjes van de bomen vallen ben je misschien geneigd zoveel mogelijk weg te harken. Lekker laten liggen: poppen, rupsen en vlinders vinden dit heerlijk om in te overwinteren.